FAQ
Over DUCK
Gebruikt DUCK slachtafval?
De grootste frustratie is dat mensen die dagelijks mooi verpakt en geperst afval voeren aan hun hond, geen DUCK geven omdat ze denken dat het slachtafval is. De wereld op zijn kop!

Neen, nooit onder geen enkele vorm! Van slachtafval maakt men vlees- en beendermeel. Dat zijn twee zaken die bij natuurvoeding niet kunnen gebruikt worden terwijl het wel een hoofdingrediënt is bij droogvoer. Bij DUCK gebruiken we vers vlees en organen van dieren die vóór en na het slachten goedgekeurd werden voor menselijke consumptie. Al het vlees en organen worden steeds in dezelfde hoeveelheden toegevoegd, naargelang de receptuur.
Hoe bewaar/ontdooi ik DUCK diepvriesvoeding?
Bewaren in de vriezer, ontdooien op kamertemperatuur. De voeding kan tot 18 maanden na de productiedatum bewaard worden. De vervaldatum staat vermeld op elke verpakking. Ontdooien op kamertemperatuur of in een afgesloten doos in je koelkast. We raden af om een magnetron te gebruiken voor het ontdooien.
Hoe is DUCK verpakt?
De producten van Duck zijn beschikbaar in verpakkingen van 400 g, 1 kilo of breeders van 8 kilo. Deze laatste worden zeer op prijs gesteld door eigenaars van grote honden of kwekers, die zo profiteren van een handige verpakking en een voordelige prijs.
Voert DUCK dierproeven uit?
Neen. Dieren proeven wel onze producten, om te zien wat ze lekker vinden.
Om het ideale voer voor onze hond te kennen hoeven we geen proeven te doen. We hoeven alleen maar naar de natuur te kijken. Honden die leven zoals wolven, eten hetzelfde als wolven. Huishonden leven echter niet zoals wolven, en daarom zijn er kleine verschillen in de verhouding vetten, eiwitten en koolhydraten, maar niet in de ingrediënten.
De eiwittenbron moet vlees zijn, geen vleesmeel, eipoeder, soja of ander plantaardige eiwitten. Het vet moet vet zijn, onverwarmd, met dezelfde biologische waarde tussen voedingsvet en onverzadigde vetzuren. Geen gestold, verwarmd dierlijk vet, gemengd met plantaardig vet, om ook een absoluut minimum aan onverzadigde vetzuren te verkrijgen.
De calciumbron moet bot zijn, al dan niet gemalen, maar geen beendermeel. Bij beendermeel wordt het ongelooflijk ingewikkeld, omdat de behoefte voor elk individu verschillend is, en dat heeft niet alleen met ouderdom, ras of grootte te maken, maar met de individuele behoefte!
Bij gemalen beenderen is dat pro, wat wil zeggen dat elk individu, groot, klein, jong of oud, benut wat nodig is en het overige in energie omzet. Met kalk of beendermeel kan een hond dat niet.
Ook wat koolhydraten betreft moeten we naar de natuur kijken en niet alleen naar natuurdocumentaires. Daarin zien we wolven bijna steeds een grote prooi verslinden, omdat dit spectaculaire beelden oplevert. Niemand is geboeid door een wolf die muizen vangt, maar toch is dat de realiteit.
De witte wolven die in het noorden van Canada of Alaska leven, doen dat in de meest energieopslorpende omstandigheden. Niet minder dan 80 tot 90% van hun voedsel bestaat uit knaagdieren zoals de lemming: dit diertje is iets groter dan een muis, maar kleiner dan een rat, en eet elke dag tot 2,5 maal zijn eigen gewicht aan zaden en granen, wat maakt dat zijn maaginhoud naar verhouding enorm groot is.
Een wolf eet per dag tientallen van die diertjes om aan zijn energiebehoefte te voldoen, maar zijn uitstekende conditie toont aan dat wanneer de behoefte aan energie stijgt, de behoefte aan eiwitten dat niet doet!
Waarom brengt DUCK verschillende smaken?
Als DUCK COMPLETE geschikt is voor alle honden waarom zijn er dan zoveel verschillende smaken?

Daar zijn meerdere redenen voor. Onze complete maaltijden zijn inderdaad geschikt voor alle honden, groot en klein, jong en oud. Maar smaken verschillen! De één lust liever kip, de ander liever rund en een derde liever lam. Daarbij komt dat de honden ons voer wel eten maar het zijn nog steeds de baasjes die het kopen en sommige daarvan zeggen “ ik lust ook niet alle dagen hetzelfde”. Daar hebben wij begrip voor.
Wat zijn de afmetingen van een DUCK verpakking van 1 kg schijfjes (10 x 100gr)?
Onze verpakkingsgrootte in (cm) is 18 B x 12,5 L x 6 H
In een typische vrieslade kunt u ongeveer 12 tot 14 verpakkingen van onze 1 kg voeding bewaren.
Rauwe
diepvriesvoeding
De maaguitgang van een hond kan goed worden afgesloten voor vaste stoffen. Wat betekent dit?
Niet alleen verloopt de vertering op die manier perfect, een hond is immers een carnivoor, meer het geeft tevens een veiligheidsbuffer: vlees is immers een vaste stof. De maaguitgang is gesloten, de maagsappen worden op 2 pH gebracht, de vertering gaat perfect en in het zure milieu worden alle schadelijke stoffen, bacteriën, wormeieren enz. uitgeschakeld, want die kunnen die zuurtegraad niet overleven. Gelukkig maar, want wolven, dingo’s, jakhalzen of vossen kunnen niet even langs bij dierenarts voor een ontworming. Natuurvoeding werkt bij onze gedomesticeerde hond op dezelfde manier. Om verschillende redenen moeten ze echter nu en dan gevaccineerd en ontwormd worden, zelfs met natuurvoeding. Voor elke gram droogvoer die een hond eet, moet hij +/- 2,5 gram water drinken. Leidingwater bevat meestal veel kalk. Kalk neutraliseert zuren, en dat leidt tot een minder goede vertering. Omdat de zuurtegraad niet op 2 pH kan worden gebracht, is de kans groter dat wormen, wormeitjes of schadelijke bacteriën het overleven.
Eten honden anders dan katten?
Taurine is een aminozuur, een onderdeel van eiwitten dus, dat zowel kat en hond nodig hebben. Alleen, voor de kat is het essentieel. Dat wil zeggen dat ze het niet zelf kunnen aanmaken, en dat kan de hond wel. Hij maakt het aan op basis van andere aminozuren. In vers of bevroren vlees is taurine aanwezig die een kat nodig heeft. In de natuur en bij natuurvoeding is dat dus perfect geregeld.

Het grote probleem van taurine is dat het zeer gevoelig is voor hoge temperaturen. Zeker in combinatie met vocht, druk en wrijving, en het zijn precies die zaken die, zoals we al zagen bij de bereiding van blik- en droogvoer, een grote rol spelen. Vandaar dat er om commerciële redenen een verschil wordt gemaakt tussen katten- en hondenvoer.
Hoe zien de uitwerpselen eruit na het geven van DUCK?
Vaste uitwerpselen! Honden die rauw dieet krijgen, krijgen een kleinere en hardere ontlasting, in tegenstelling tot degenen die droge brokken krijgen. Rauw voer van goede kwaliteit, zoals DUCK, is voor uw hond gemakkelijk verteerbaar, met als gevolg stevige ontlasting en minder risico op spijsverteringsproblemen of diarree.
Is rijst slecht voor honden?
Rijst is niet slecht voor honden, intengendeel, rijst is een zeer goede energiebron voor het lichaam. Zonder schadelijke vetten, cholesterol of natrium is rijst een belangrijk onderdeel van een uitgebalanceerd dieet voor honden. Het helpt ook bij het normaal functioneren van de hersenen.
We willen benadrukken dat DUCK maaltijden sowieso uit 70% tot 85% of hormoonvrij vlees, organen en botten bestaan, we gebruiken alleen 100% glutenvrije rijst van humane kwaliteit (arseenvrij) in berekende percentages (normaal minder dan 9%). Deze rijst is boordevol essentiële voedingsstoffen die de honden nodig hebben. We stomen de rijst zodat deze ontsloten is en daarom toegankelijk is voor verdere vertering door de hond.
Kan ik rauwe voeding combineren met droge brokken?
Het is geen goed idee om rauw voedsel en geëxtrudeerde droogvoeding (hoog verhit) in dezelfde maaltijd te mengen, omdat deze droge brokken langer duren om te verteren. De combinatie zou spijsverteringsproblemen kunnen veroorzaken.

Wilt je toch combineren? Combineer dan met koud geperste brokken. DUCK heeft zelf een koud geperste voeding op de markt gebracht waarmee veilige combinaties mogelijk zijn. De naam van deze voeding is DUCK COLD PRESSED. Als je op reis gaat of niet de mogelijkheid hebt om dagelijks rauw voedsel te geven, kan deze COLD PRESSED voeding ook als enige voeding gegeven worden.

Wil je combineren met een geëxtrudeerde droogvoeding? Geef je hond dan ‘s ochtends droge brokjes en vervolgens ‘s avonds rauwe voeding, of omgekeerd.

Niet vergeten: elke vers vlees dag is een gewonnen dag!
Kan je DUCK voeding na het ontdooien terug invriezen?
Houd DUCK FOOD ingevroren tot je het gaat gebruiken - ontdooi het dan en bewaar in de koelkast. DUCK FOOD kan opnieuw worden ingevroren in kleinere porties voor later gebruik of beloningsvoer. Om een ??optimale versheid te behouden, altijd opnieuw invriezen op dezelfde dag dat het product is ontdooid, en zorg ervoor dat u de handen na het hanteren met warm water en zeep wast.
Waarom bevat DUCK COMPLETE minder eiwitten dan droogvoer?
Voor de hond bevat DUCK niet minder eiwitten dan droogvoer, maar meer, omdat de kwaliteit veel hoger is. De hoeveelheid lijkt alleen kleiner doordat deze, zoals de wet voorschrijft, in procent wordt uitgedrukt. Een hond eet geen procenten, maar hoeveelheden of grammen!
Als we enkel de hoeveelheid eiwitten in voeders vergelijken, moeten we eerst het vocht aftrekken en vergelijken met de droge stof.
Bij eiwitten is trouwens de biologische waarde veel belangrijker dan de hoeveelheid. Een fruitcocktail is een mooie vergelijking. Net zoals de aparte stukjes appel, peer, druiven, ananas enz. samen een fruitcocktail vormen, vormen de aparte aminozuren samen eiwitten.
Stel dat uw hond 140 g eiwitten nodig heeft. Dan zou uw hond (in de vergelijking met fruitcocktail) één blikje fruitcocktail nodig hebben. Wat is nu echter het probleem? In elk blikje fruitcocktail zitten maar drie rode kersen, terwijl de hond er negen nodig heeft. En daar zit het grote verschil tussen verwarmd voer (zoals blik- en droogvoer) en natuurvoeding, die niet moet verhit en beschadigd worden omdat vers vlees en organen worden gebruikt. Dat is de reden dat veel honden die geen natuurvoeding eten, tegelijk te dik en toch ondervoed zijn. Het lijkt een contradictie, maar dat is het niet. Ze proberen immers het tekort aan bepaalde aminozuren weg te werken door meer te eten (ze moeten drie porties fruitcocktail opeten om aan de negen rode kersen te komen. Van de rode kersen gaan ze dan net genoeg hebben, van al de rest veel te veel), waardoor ze te dik worden. Het tekort blijft echter bestaan, met als gevolg op termijn één of meerdere kwalen, zoals beschreven in de tabel met problemen die kunnen veroorzaakt worden door slechte voeding.
Niet alleen zijn hoge temperaturen zeer schadelijk voor eiwitten (en niet alleen voor eiwitten: ook vetten, vitaminen en enzymen worden door grote temperaturen beschadigd, vernietigd of verzadigd), ook de keuze van de grondstoffen is van groot belang voor de kwaliteit van de eiwitten.

Voorbeeld:
De eiwitten uit soja zijn voor een hond maar voor 45% benutbaar.
Veronderstel dus dat een voer 25% eiwitten bevat en de eiwittenbron is soja, dan kan van 25% maximaal 45% gebruikt worden.
Waarom heeft DUCK geen light voer?
Als uw hond te dik is, heeft hij geen light nodig,
maar uw gezond verstand en wandelschoenen!

Lightvoer is in het leven geroepen omdat veel honden te dik zijn terwijl ze toch ondervoed zijn. Bovendien eten ze te graag en bewegen ze veel te weinig. Maar de mensen houden van hun hond en volgen hun verzorgingsdrang. Light is een trend en het wordt dan ook aangeraden met de beste bedoelingen.

Maar natuurvoeding is beter dan light.
Natuurvoeding zoals DUCK COMPLETE wordt niet verwarmd!
Droogvoer, ook light, moet hoog verwarmd worden. Daardoor worden o.a. aminozuren
( = onderdeel van eiwit ) beschadigd en bijgevolg zijn die er dus tekort. Een hond wil dat compenseren door meer te eten.
Vetten worden verwarmd en dus verzadigd. Ze stapelen zich op in het lichaam en de hond kan ze praktisch niet in energie omzetten. Ze dienen eigenlijk alleen als smaakstof. De hond heeft wel onverzadigde vetten nodig (bijvoorbeeld voor zijn vacht) en die zijn er te weinig.
Honden kunnen gewrichtsproblemen hebben of te dik zijn. De mensen hebben te weinig tijd waardoor de hond te weinig beweegt. Dit zijn allemaal redenen waardoor de hond allerlei driften niet meer kan afreageren en nog meer drang krijgt om te eten. Hij heeft geen honger maar goesting!
Mensen vinden dat erg (verzorgingsdrang) en denken dat de hond honger heeft. Ze houden van hun hond en gaan hem teveel geven. Een hond die te dik is, is ongezond. Daarom wordt dikwijls aangeraden om light te geven. En toch is dit bijna altijd fout, zeker voor honden met gewrichts– en gewichtsproblemen.
Om aan het aantal kilocalorieën te komen bij light voeding moet de hond het dubbele in gewicht eten (én dus meedragen) tegenover DUCK Complete. Immers voeding voor een hond moet uiteindelijk voor 70% uit vocht bestaan en droogvoer heeft maar 10% vocht waardoor de hond dus veel moet drinken: niet minder dan 2.5 gr water per 1 gr droogvoer tegenover maximum 0.4 gr water per 1 gr DUCK Complete. Light voeding heeft weinig kilo calorieën omdat de hond meer zou kunnen eten. De massa die hij kan eten wordt dus inderdaad groter, de plas die hij moet drinken ook, maar ook vocht of water is gewicht!
Light voeding helpt dus de baas van zijn verzorgingsdrang of zelfs zijn schuldgevoelens af, maar zeker voor een hond met gewrichtsproblemen wordt het probleem nog erger en pijnlijker! Echt goed doen voor de hond is dus eerder een kwestie van discipline en natuurvoeding. Een hond die te dik is, krijgt gewoon teveel.
Waarom kan water vleesvocht niet vervangen?
Aan de kop van een hond kunnen we zien dat hij een vleeseter is. Dat geldt niet alleen voor de tanden en kaken (honden kunnen enkel knijpen, knippen en trekken), maar vooral aan het feit dat ze niet zo goed kunnen drinken.
Planteneters leven ook buiten de zomer van planten, maar die zijn dan door de natuur verdroogd. Alleen in de zomer bewaren planten veel vocht. Voor een paard, koe, hert of konijn is dat echter geen probleem. Door hun lippen bijna volledig te sluiten en van hun muil een soort tuitje maken kunnen ze water opzuigen. Dat gaat goed en snel, en grote planteneters kunnen op die manier op zeer korte tijd liters water drinken.
Honden en ook katten zijn van oorsprong echter jagers en moeten hun muil zeer ver kunnen openen om een prooi te kunnen vangen. Hun mondhoeken liggen daarom zeer diep, waardoor ze hun lippen niet kunnen sluiten om te drinken.
In de natuur is dat ook niet nodig. Hun voeding (prooi) bestaat winter en zomer voor 70 % uit vocht, en in die paar honderd jaar domesticatie heeft de evolutie daar nog niets aan veranderd.
Honden die droge brokken eten, moeten dus niet alleen een beetje drinken tegen de dorst, maar ook om het vocht aan te vullen dat ontbreekt in droogvoer.
Ze moeten van hun tong een soort lepeltje maken om al dat extra vocht op te lepelen en als het ware naar binnen te gooien. Met als gevolg dat alles in de buurt van de drinkbak ook ondergespat wordt. Daarbij komt dan nog dat water geen vleesvocht is! Vleesvocht is vloeistof die voor een gedeelte uit water bestaat.
Om voeding te verteren moet een hond zijn maagzuur van +/- 5 pH naar 2 pH brengen.
Bij natuurvoeding is dat geen probleem, omdat de basis vers vlees is, en zoals we al zagen, vlees voor 70% uit vocht bestaat. Dat vocht is natuurlijk en neutraal, het bevat geen kalk en het is opgenomen in een vaste stof, het vlees dus!
Waarom ziet DUCK er niet steeds hetzelfde uit?
Alle producten worden gemaakt onder strikte kwaliteitscontrole. DUCK is
100 % vrij van kleurstoffen, smaakstoffen en chemische bewaarmiddelen, die bij vele andere merken (ook voor menselijke consumptie) wel gebruikt worden om het vlees er altijd hetzelfde te laten uitzien.
Geen paniek dus als DUCK niet altijd dezelfde kleur en vochtigheidsgraad heeft. Dit betekent gewoon dat u natuurlijk voert! Natuurlijke kwaliteit is voor ons belangrijker dan het uitzicht. Alle producten worden steeds met dezelfde ingrediënten gemaakt, de kwaliteit is altijd hetzelfde, het uitzicht niet.
Het uitzicht kan verschillen, omdat het afhankelijk is van verschillende factoren.
- De scherpte van de messen bij het snijden en mengen heeft geen invloed op het totale vochtgehalte. Wel heeft die scherpte invloed op het vocht dat eventueel vrijkomt.
- Vermoeidheid van het te slachten rund kleurt het vlees donkerder.
- Stress beïnvloedt de kleur van het vlees (transport naar het slachthuis).
- De temperatuur op het moment van het slachten beïnvloedt de kleur van het vlees (winter of zomer).
- De ouderdom van het slachtdier.
- Het ras.
- Het voer dat het rund kreeg.
- De tijd van invriezen na slachten (na één uur is er al een duidelijk kleurverschil).
- De huisvesting voor het slachten (weide of stal).
Honden geven overigens niet om de kleur, wel om de smaak en de geur.
Wat is het verschil tussen diepvriesvoeding en droogvoeding?
1. Het gebruik van hulpstoffen in droogvoeding:
- bindmiddelen
- verharders
- bewaarmiddelen
- kleur-, geur- en smaakstoffen
2. Het gebruik van hoge temperaturen bij droogvoeders:
- onverzadigde vetten worden verzadigd
- vitaminen worden geneutraliseerd
- enzymen worden gedood
3. Ongeschikte ingrediënten of grondstoffen bij droogvoeders:
- beendermeel: kan een te grote calciumopname veroorzaken
- gesmolten vetten: te veel verzadigde en te weinig onverzadigde vetzuren
- vismeel: heeft een verstoord aminozurenpatroon (uw hond is geen zeehond)
- genetisch gemanipuleerde granen
- soja: benutbaarheid eiwit van soja is slechts 45 %
- bietenpulp: bevat saponinen
Honden hebben deze additieven niet nodig, maar voor de productie van droogvoer zijn ze essentieel.
Wat is taurine?
Taurine is een aminozuur, een onderdeel van eiwitten dus, dat zowel kat en hond nodig hebben. Alleen, voor de kat is het essentieel. Dat wil zeggen dat ze het niet zelf kunnen aanmaken, en dat kan de hond wel. Hij maakt het aan op basis van andere aminozuren. In vers of bevroren vlees is taurine aanwezig die een kat nodig heeft. In de natuur en bij natuurvoeding is dat dus perfect geregeld.
Het grote probleem van taurine is dat het zeer gevoelig is voor hoge temperaturen. Zeker in combinatie met vocht, druk en wrijving, en het zijn precies die zaken die, zoals we al zagen bij de bereiding van blik- en droogvoer, een grote rol spelen. Vandaar dat er om commerciële redenen een verschil wordt gemaakt tussen katten- en hondenvoer.
Wat te doen met kieskeurige honden?
Sommige honden zijn moeilijk te plezieren en hebben wat tijd nodig om zich aan te passen aan een nieuw rauw dieet. Maak je geen zorgen, je hond is niet de enige. We zijn veel kieskeurige tegengekomen en hebben met succes hun eigenaars geholpen de overstap te maken.
Zelfs voor die honden die met succes zijn overgeschakeld naar DUCK, soms stoppen ze met eten na een paar maanden. Dit viel vooral op bij honden die hun hele leven zijn gevoed met brokken!
We hebben enkele tips waarvan we hopen dat het uw hond zal helpen de overstap te maken en zijn eetlust te vergroten.
- Warm het rauw vlees lichtjes op, verhit het voedsel maximaal 10 seconden en serveer het. Op deze manier komen er vele geurstoffen vrij, die uw hond zijn eetlust zullen opwekken. (Opgelet: niet te veel verhitten, dit zal de eiwitten en goede bacteriën vernietigen. Vanaf uw hond gewend is aan de voeding, niet meer verhitten).
- Voeg bottenbouillon toe om een soepachtige textuur te maken.
- Voeg een rauw ei toe.
- Voer uw honden geen snacks en tussendoortjes, beloon hem af en toe met een natuurlijke snack (bijvoorbeeld een stukje bullepees, of kalfshoefje).
Wat zijn de hygiënevoorschriften bij het voeren van rauw vlees?
Ons voedsel bevat rauw vlees, was je handen, bestek en werkblad grondig na gebruik. Houd rauw vlees gescheiden van uw eigen voedingsstoffen, zeker van voeding die u niet kookt (bv. salades). Was de eetkom na de maaltijd.
Zijn koolhydraten slecht voor mijn hond?
Koolhydraten zijn energieproducerende voedingsstoffen. Wanneer ze worden verteerd, worden ze afgebroken tot glucose dat energie levert aan de hond. Ze worden opgeslagen in de spieren van de hond.

Koolhydraten houden ook de eiwitten onder controle. Alle elementen in het eiwit die niet bruikbaar zijn, worden door het lichaam van uw hond opgeslagen als vet. Dit wordt de eiwitfractie genoemd. Als het te hoog is, neemt de zuurgraad toe en wordt uw hond nerveus en in het ergste geval oncontroleerbaar, het is dus een misvatting dat granen slecht zijn voor honden. Integendeel, ze vertegenwoordigen een van de beste bronnen van koolhydraten.

Het probleem is dat een hond geen koolhydraten kan verteren die voornamelijk van plantaardige oorsprong zijn, omdat honden niet de enzymen hebben die nodig zijn om cellulose af te breken. Bijgevolg kan een hond geen voedingsstoffen uit rauwe groenten halen. Dat is ook de reden waarom wolven de maaginhoud van hun prooi eten. Deze bevatten grassen in zaadvorm, of met andere woorden, granen. Deze zijn namelijk voorverteerd. We noemen deze 'ontsloten' granen en ze zijn de beste bron van koolhydraten voor uw hond.

Koolhydraten uit granen zijn geen lege vulstoffen zoals sommigen suggereren. Ontsloten granen die verteerbare koolhydraten van hoge kwaliteit leveren, zijn een geweldige bron van energie. Wat wel van belang is, is dat ze in de juiste verhouding aanwezig zijn in de voeding. Bij de meeste droogvoeders bestaat de brok hoofdzakelijk uit granen, wat uiteraard tot problemen kan leiden. Bij DUCK zijn alle koolhydraten in de juiste verhouding aanwezig, zodat uw hond ook voordeel kan halen uit hun aanwezigheid.

Koolhydraten die vezels bevatten, regelen ook de snelheid waarmee het voedsel door het spijsverteringskanaal gaat. Bij voorkeur niet te snel, anders worden de ontlasting te dun.

Wist je dat?

In het wild: prooidieren eten rauwe granen en groenten, deze worden voorverteerd in hun maag. Wanneer de wolf de maag van het prooidier opeet, kan hij de granen en groenten die in de maag aanwezig zijn verteren, omdat ze voorverteerd zijn bij het prooidier.

Niet in het wild: als we spreken van ontsloten granen, betekent dit dat de graankorrel verhit is (replicatie van voorverteerde korrels in de prooimaag), zodat een groot deel van de plantaardige eiwitten door de hond kan worden opgenomen. Granen bevatten zetmeel (koolhydraten), dat aanwezig is in de kern van de granen. Anders uitgelegd: door malen en verwarmen, wordt het zetmeel uit de graankorrel 'geopend of ontsloten', d.w.z. beschikbaar gesteld voor vertering in de dunne darm.

Voorbeeld: mensen kunnen geen rauwe aardappel eten, het moet worden gestoomd of gekookt om het verteerbaar te maken.
Kwaaltjes, ziektes
of probleemgedrag
Hebben eiwitten, vetten en vitaminen een invloed op het gedrag?
De algemene conditie van een hond bepaalt al voor een groot stuk zijn gedrag, en dat kan variëren van lusteloos tot hyperactief. Ook de zuurtegraad van het bloed speelt een belangrijke rol in het gedrag, en die wordt mee bepaald door de eiwittenfractie, die op zich dan weer afhankelijk is van de kwaliteit en de hoeveelheid eiwitten.
Niet alleen eiwitten maar ook de hoeveelheid en de kwaliteit van de vetten (meer bepaald de onverzadigde vetzuren) hebben invloed op het gedrag. Een tekort of te lage kwaliteit kan leiden tot aandachtproblemen, vlug afgeleid zijn, oriëntatieproblemen en het falen van het kortetermijngeheugen.
Recent onderzoek heeft aangetoond dat bepaalde onverzadigde vetzuren van groot belang blijken voor de ontwikkeling van het leervermogen, met name AA (arachidonzuur) en DHA (docosahexaeenzuur).
En dan de vitaminen. De naam zegt het zelf al: ‘vita’ is leven.
Dat vitaminen een rechtstreeks verband hebben met gezondheid, weet iedereen, net zoals tekorten of het ontbreken ervan tot gebreksziekten kunnen leiden, die zelfs de dood tot gevolg kunnen hebben.
Het is dan ook evident dat tussen het moment van ideale gezondheid en het moment van ziekte tengevolge van vitaminetekort, een heel lange weg ligt van soms onduidelijke klachten die automatisch ook invloed hebben op het gedrag. Wie zich niet goed voelt, gedraagt zich anders dan wanneer hij fit is:
De invloed van voeding op het gedrag in het algemeen is dus groot. Vandaar dat natuurvoeding bij het behandelen van gedragsproblemen steeds de eerste stap is!
Is het normaal dat mijn hond minder drinkt sinds hij DUCK eet?
Dit is normaal. Honden 'in de natuur’ hoeven niet veel water te drinken, hun voedsel (prooi) bestaat uit 70% vocht en in de laatste paar honderd jaar van domesticatie heeft de evolutie dit helemaal niet veranderd.

Honden die droogvoer eten, moeten dus niet alleen drinken vanwege de dorst, maar ook om het vocht aan te vullen dat ontbreekt in hun droogvoer. Ze moeten hun tong in een soort lepeltje trachten te vormen om water te scheppen en al dat extra vocht in hun mond trachten te gooien. Het gevolg is dat alles wat zich in de buurt van de waterbak bevindt, met water wordt bespat.

Rauwe voeding bevat het natuurlijke vleesvocht.
Mij hond eet gras. Hoe komt dat?
In bijna alle gevallen kan men stellen dat een hond eigenlijk geen gras eet, maar het vocht drinkt dat gras bevat (tot 80% vocht).
Het vocht in gras is zeer smakelijk en goed gefilterd. In tegenstelling tot leidingwater bevat het geen chloor, kalk enz.
Het zal u ook al wel eens opgevallen zijn dat uw hond niet drinkt van het verse bakje leidingwater dat u voor hem neerzet, maar meteen daarna buiten wel van een plas regenwater gaat drinken.
Daarbij komt dat, zoals we al zagen, drinken een hond moeilijk valt en dat vocht onttrekken aan vaste stoffen heel normaal is.
Hij kan dus als carnivoor geen voedingsstoffen uit gras halen, wel vocht.
Om over te geven hoeft een hond, in tegenstelling tot een kat, ook geen gras te eten. Dat is een overblijfsel van stamvader wolf, die eten opbraakt voor pups wanneer die vast voedsel beginnen te eten.
Mijn hond eet grond. Hoe komt dat?
Voor het eten van zand en grond zijn er vele oorzaken, en één daarvan is een tekort aan mineralen.
Bij natuurvoeding is dat uitgesloten (de mineraalbalans is optimaal).
De twee meest voorkomende oorzaken zijn:
1. In het puppystadium: in tegenstelling tot wat velen denken, weten pups niet wat goed voor hen is. Dat is slechts gedeeltelijk aangeboren, de rest leren ze van hun ouders en roedelgenoten en voor een belangrijk gedeelte uit ervaring. Dit uitzoeken en bijvoorbeeld grond eten horen daar dus bij. Dit gedrag komt niet alleen voor bij jonge honden, maar bij veel jonge dieren. Jonge paarden of veulens doen het bijvoorbeeld ook, soms met de dood tot gevolg. Arabische volbloeden zijn er zeer gevoelig aan.
2. Bij volwassen dieren is de voornaamste oorzaak een vorm van verveling of het afreageren van driften. Honden die goed gevoed zijn en een redelijke conditie hebben, zijn er extra gevoelig voor. Dat geldt ook voor pups. Alleen het afreageren van jachtdrift (en voor sledehonden de kar of slede trekken) lost het probleem op. Voor gewone huishonden kan een dagelijkse flinke wandeling al helpen.
Mijn hond eet zijn ontlasting. Is er een tekort in zijn voer?
Neen, waarschijnlijk niet.
De kans dat coprofagie (dat is de wetenschappelijke naam voor dit probleem) ontstaat in de werpkist en de directe omgeving waar de hond als pup geboren werd, is zeer groot.
Voor honden die min of meer in roedelverband leven, speelt ook het roedelverband mee. Voor het eten van ontlasting komen daar buiten de bekende oorzaken ook rangorde en dominantie bij. Het is een soort vervangingsgedrag voor het verdedigen van hun stuk van de prooi.
In Canada heeft Denis Steurs bij sledehonden dikwijls vastgesteld dat honden niet geïnteresseerd waren in hun ontlasting, zolang ze allemaal aan hun ketting, hun hok en dus hun plaats gebonden waren. Wanneer een hond om de een of andere reden echter losraakte, gingen honden waarbij de vrij lopende hond in de buurt kwam, hun ontlasting verdedigen of opschrokken alsof het om hun laatste maaltijd ging. Zelfs hier spelen territoriumgedrag en bezitsdrang dus mee.
Het gaat bijna steeds om het afreageren van driften, om vervangend gedrag. En hoe beter ze zich voelen, hoe meer driften ze moeten afreageren.
Waarom is de kans op een maagtorsie kleiner als je DUCK geeft?
Zoals we al weten, moet men om droogvoer te fabriceren het vocht onttrekken.
In de maag wordt het onttrokken vocht terug opgenomen, waardoor het voer tot driemaal in volume kan toenemen. De zwaartekracht zorgt ervoor dat het soortelijk gewicht van de voedselbrij niet evenredig verdeeld is.
Het volume in de maag is dus groot en het soortelijk gewicht relatief klein, maar bovenal onregelmatig verdeeld.
Wat is de oorzaak van tandsteen bij honden?
Tandhygiëne is ook voor een hond zeer belangrijk, maar gelukkig moet u de hond zijn tanden niet poetsen. Dat kan hij best zelf. Niet met een tandenborstel natuurlijk, maar door hem regelmatig een stuk bullenpees te verstrekken na de maaltijd.
Het gebit van de hond is een scheurgebit, geschikt om een prooi te verscheuren. Kauwen zoals wij mensen kan een hond niet, omdat boven- en onderkaak met elkaar verbonden zijn door middel van een vast scharnierpunt.
Hun voedsel zo snel mogelijk opschrokken is een overblijfsel van hun natuurlijke voorouders, de wolven. Die deden en doen dat omdat er altijd concurrentie in de buurt is. Het eigenlijke eten duurt maximaal enkele minuten, het napeuzelen op zachte botten en pezen kan soms uren duren. Vandaar dat wolven en wilde hondachtigen in de natuur geen tandsteen kennen.
Honden die al een beetje tandsteen hebben, verwijderen dat vanzelf als u overschakelt op DUCK Complete, regelmatig gevolgd door een natuursnack.
Als de tandsteen al te ver gevorderd is, moet deze eerst door de dierenarts verwijderd worden.
Net zoals bij mensen is de ene hond al gevoeliger dan de andere. Ook erfelijke aanleg speelt hier een rol. De voornaamste oorzaak is echter het soort voedsel dat de hond eet.
Wat zijn de meest voorkomende gedragsproblemen ten gevolge van voeding?
Schrikken, bang zijn, zenuwachtigheid, agressie, apathie, fobieën, paniek, afgeleid zijn en absolute ongehoorzaamheid ten gevolge van het niet registreren van boodschappen of commando’s.

Honden opvoeden of heropvoeden, hun gedrag begeleiden, trainen: het helpt maar als lichaam en geest gezond zijn.

Wanneer u een hondenprobleem hebt, wil dat niet zeggen dat u ook een probleemhond hebt. Zeker niet wanneer het een gedragsprobleem betreft.
Uiteraard zijn veel problemen aangeboren, genetisch of rastypisch. Andere ontstaan door een gebrekkige inprenting, slechte socialisatie of verkeerde opvoeding, te weinig kennis van de eigenaar, een gebrek aan aandacht, onvoldoende beweging of afleiding (zowel lichamelijk als geestelijk). Daarom is het belangrijk om het onderscheid te maken tussen ongewenst gedrag en probleemgedrag.

Wat is probleemgedrag?
1. Ongewenst gedrag dat voor de hond van nature eigenlijk normaal is (in vuil rollen, domineren, jagen enz.). Dit gedrag is in principe onder controle te brengen.
2. Probleemgedrag dat niet of nauwelijks onder controle te brengen is (vaak ook niet voor de hond zelf).

Externe zaken kunnen ook een invloed hebben op het gedrag:
- Warmte, geluiden, omgeving, verkeer, geuren.
- Plaatsen, of zaken die op die plaats gebeurd zijn.
- Andere honden, mensen en de uitstraling die ze hebben of het gedrag dat ze vertonen.
- Gebeurtenissen die zij registreren en wij niet.

Daaraan gekoppeld hebben ook inwendige reacties bij de hond invloed op zijn gedrag. Adrenaline is in dat opzicht een belangrijk voorbeeld. Wanneer het adrenaline niveau hoog genoeg stijgt, bereikt het een punt waarop de hond niets meer registreert, en dus ook niets kan leren. Hij hoort en voelt haast niets. Meerdere hondeneigenaars zijn door hun eigen hond gebeten, zonder dat de hond dit besefte bijvoorbeeld bij het tussenbeide komen in een gevecht met een andere hond.

Voeding in relatie met gedrag:
De algemene conditie van een hond bepaalt al voor een groot stuk zijn gedrag, en dat kan variëren van lusteloos tot hyperactief. Ook de zuurtegraad van het bloed speelt een belangrijke rol in het gedrag, en die wordt mee bepaald door de eiwittenfractie, die op zich dan weer afhankelijk is van de kwaliteit en de hoeveelheid eiwitten.
Niet alleen eiwitten maar ook de hoeveelheid en de kwaliteit van de vetten (meer bepaald de onverzadigde vetzuren) hebben invloed op het gedrag. Een tekort of te lage kwaliteit kan leiden tot aandachtproblemen, vlug afgeleid zijn, oriëntatieproblemen en het falen van het kortetermijngeheugen.
Recent onderzoek heeft aangetoond dat bepaalde onverzadigde vetzuren van groot belang blijken voor de ontwikkeling van het leervermogen, met name AA (arachidonzuur) en DHA (docosahexaeenzuur).
En dan de vitaminen. De naam zegt het zelf al: ‘vita’ is leven.
Dat vitaminen een rechtstreeks verband hebben met gezondheid, weet iedereen, net zoals tekorten of het ontbreken ervan tot gebreksziekten kunnen leiden, die zelfs de dood tot gevolg kunnen hebben.
Het is dan ook evident dat tussen het moment van ideale gezondheid en het moment van ziekte tengevolge van vitaminetekort, een heel lange weg ligt van soms onduidelijke klachten die automatisch ook invloed hebben op het gedrag. Wie zich niet goed voelt, gedraagt zich anders dan wanneer hij fit is:
De invloed van voeding op het gedrag in het algemeen is dus groot. Vandaar dat natuurvoeding bij het behandelen van gedragsproblemen steeds de eerste stap is!
Welke problemen kunnen veroorzaakt worden door voeding?
Tandsteen
Jeuk
Lusteloosheid
Schilferige huid
Spierzwakte
Reacties op het mondslijmvlies
Slecht uithoudingsvermogen
Kale plekken
Overmatig hijgen
Haaruitval
Weinig zelfvertrouwen
Olifantshuid
Nervositeit
Eczeem
Slecht leervermogen
Rode huidplekken
Schrikken
Aften
Agressie
Pigmentverlies
Apathie
Doffe vacht
Paniek
Slechte adem
Snel afgeleid zijn
Slechte eetlust
Ongehoorzaamheid
Auto-immuunziekte
Veel/vaak ontlasten
Allergieën
Veel drinken
Pseudo allergieën
Braken
Tumoren
Maagklachten/darmklachten
Karperrug
Winderigheid
Heupdysplasie
Anaalklierverstopping
Telgang
Hypoglykemie/hyperglykemie
Doorgezakte poten
Nierziekten/leverziekten
Doorgezakte rug
Ondergewicht/overgewicht
Franse stand
Gras eten
Koehakkigheid
Ontlasting of vuil eten
Groeipijn
Constant hongergevoel
Diarree

Wat kan de oorzaak zijn?
1. Het gebruik van hulpstoffen in de voeding:
- bindmiddelen
- verharders
- bewaarmiddelen
- kleur-, geur- en smaakstoffen
2. Het gebruik van hoge temperaturen:
- onverzadigde vetten worden verzadigd
- vitaminen worden geneutraliseerd
- enzymen worden gedood
3. Ongeschikte ingrediënten of grondstoffen:
- beendermeel: kan een te grote calciumopname veroorzaken
- gesmolten vetten: te veel verzadigde en te weinig onverzadigde vetzuren
- vismeel: heeft een verstoord aminozurenpatroon (uw hond is geen zeehond)
- genetisch gemanipuleerde granen
- soja: benutbaarheid van eiwit is slechts 45 %
- bietenpulp: bevat saponinen
Honden hebben deze additieven niet nodig, maar voor de productie van droogvoer zijn ze essentieel.
Andere vragen
Heeft mijn puppy een speciale voeding nodig?
Nee natuurlijk niet!
DUCK COMPLETE is echt compleet. Dat wil zeggen geschikt voor elke hond dus ook pups net zoals in de natuur. Daar hebben pups voedingsvoorrang tot ze 4 maanden oud zijn en ook bij DUCK eten pups in verhouding veel meer dan volwassen honden van hetzelfde gewicht.
Bij voeders die blootgesteld worden aan hoge temperaturen omwille van de productie, beschadigt men de zaken die essentieel zijn voor de groei waardoor pups zich niet optimaal kunnen ontwikkelen. Daarom voegt men dié zaken die beschadigd werden extra toe waardoor pups vaak te snel groeien met alle gevolgen vandien.
Bij natuurvoeding heeft men dat probleem niet. Pups groeien niet te traag of te snel maar ontwikkelen zich normaal. Trouwens hoe groot een hond uiteindelijk wordt, is genetisch bepaald.
In de natuur leven nog meer dan 30 soorten wilde honden. Of ze nu zo klein zijn als een Shiwawa of groter dan een Duitse dog dan wel jong of oud zijn; er geen light muizen, puppy konijnen of hoge energie herten!
Hoe kan ik een volwassen hond overschakelen van droogvoer naar DUCK COMPLETE?
Voor dit soort honden raden we aan om te starten met DUCK COMPLETE EXCELLENT, volgens het volgende schema:

- De eerste dag helemaal geen voedsel (vastendag).
- De tweede dag de helft van wat de hond normaal zou moeten krijgen, verdeeld over twee maaltijden. Dit doet u gedurende vier dagen.
- De vijfde dag mag er 100 g bij. Dit doet u opnieuw vier dagen.
- Zo gaat u verder tot de hond de hoeveelheid krijgt die hij nodig heeft.

Voor kleine hondjes kunt u met halve schijfjes of minder werken.

Als u dit systeem toepast, reinigt u het lichaam van de hond van al de onzuiverheden die hij heeft opgestapeld. In het begin kan het lijken alsof het slechter gaat met zijn vacht. In erge gevallen ziet men soms zelfs etterende open plekken. Het is sterk aan te raden de hond minstens drie maal te wassen, met minstens zeven en maximaal tien dagen tussen de wasbeurten in. De hond moet, zowel in- als uitwendig parasietenvrij zijn.
Hoe kan ik mijn pup overschakelen van droogvoer naar DUCK COMPLETE?
Wanneer u een pup die bij de fokker droogvoer kreeg, wilt overschakelen, kunt u het droogvoer dat de fokker gebruikte, en waarvan hij u in de meeste gevallen voor een paar dagen heeft meegegeven, mengen met een heel klein beetje DUCK Complete.
Ideaal is om dit zes à zeven dagen te doen. Daarna kunt u gewoon DUCK Complete gebruiken zonder droogvoer.
Let wel, de meeste hondjes lusten het zo graag dat u al snel geneigd bent om te veel te geven. Liever de eerste dagen een beetje te weinig dan te veel.
Gebruikte de fokker wel droogvoer, maar kreeg u niets mee, dan kunt u onmiddellijk overschakelen. De dag dat u thuiskomt met de pup, geeft u beter niets. Dat is echt geen mishandeling: u bewijst er de pup een dienst mee. Geef 80 % van wat de hond zou moeten eten volgens de tabel, liefst verdeeld over drie en als het kan over vier maaltijden per dag. Bouw de hoeveelheid langzaam op.

Belangrijk is ook dat pups die bij de fokker droogvoer kregen, de neiging hebben uit gewoonte te veel te drinken, wat tot diarree kan leiden. Na enkele dagen zal je puppy uit zichzelf minder gaan drinken als hij geen droogvoer meer krijgt.
Mag ik mijn hond af en toe een rauw bot geven?
Rauwe botten zijn zeker goed, je hond zal hier veel plezier aan beleven en het is goed voor de reiniging van de tanden. Het is belangrijk dat de botten niet worden gekookt of verhit. Bij gekookte of verhitte botten is de kans groot dat ze dan in kleine stukjes kunnen versplinteren die verstikking en ernstige schade aan de mond, keel of darmen van de hond kunnen veroorzaken.
Moet ik de hoeveelheid geven wat de voedingstabel aangeeft?
In principe is elke voedingstabel een aanwijzing, een richtlijn.
Afwijken tot 20% (minder of meer) is mogelijk.
Elke hond heeft een andere verbranding en andere behoeften qua energieverbruik. Dat alles wordt dan nog eens beïnvloed door allerlei factoren, zoals ras, temperament, beharing, behuizing, beweging, nervositeit, wezen, karakter en ouderdom.
Een hond die bang is om alleen thuis te blijven, verbruikt meer energie dan een hond in goede conditie zou verbruiken terwijl hij rent!
Wanneer de behoefte aan energie stijgt, stijgt niet de behoefte aan eiwitten. Wanneer een hond die volgens zijn gewicht en de voedingstabel ongeveer 1 kg zou moeten eten, bijvoorbeeld 1,3 kg of meer nodig heeft om op zijn gewicht te blijven, kunt u zich beter aan 1 kg houden en aanvullen met DUCK Rijst&Groenten vlokken.
1. Per tas vlokken voegt u twee tassen warm water toe.
2. Laat dit even trekken.
3. Voeg daarna één eetlepel zonnebloemolie toe.
4. Meng alles goed door elkaar.
Afhankelijk van de behoefte van de hond kunt u één, twee of drie tassen rijst gebruiken. Gebruik wanneer u rijst toevoegt, echter wel als basis de hoeveelheid DUCK Complete die de tabel aangeeft. Dan krijgt de hond alle essentiële zaken in de juiste hoeveelheid.
Waarom is portiecontrole belangrijk?
Net als mensen is overeten een probleem voor veel honden en katten. Wist je dat?
Ervoor zorgen dat de portiegrootte van uw huisdier binnen een gezond bereik blijft, helpt niet alleen om zijn gewicht goed te houden, het vermindert ook voedselverspilling en dus het geld dat u uitgeeft.
Voedselverspilling heeft ook een grote impact op het milieu, bewuster met voeding omgaan en portiecontrole toepassen zijn geweldige manieren om voedselverspilling te verminderen.
Wat is darmflora?
De darmflora is de verzamelnaam voor de triljoenen goede en slechte bacteriën waarvan de kolonies meestal vreedzaam naast elkaar bestaan in de maag en darmen. De darmflora is als een fabriek die dag en nacht werkt om voedsel te verteren en de balans tussen goede en slechte bacteriën te bewaken. Overtollige slechte bacteriën worden gedood, zodat infecties geen kans krijgen om te bloeien. Als dit evenwicht verstoord is, krijgen de schadelijke bacteriën de overhand, wat het immuunsysteem van uw hond verzwakt. Wat gebeurt er dan? Het voedsel wordt niet voldoende afgebroken en begint te rotten en te gisten in de dikke darm. Dit begint te rommelen, gevolgd door winderigheid, losse ontlasting en diarree. Als het probleem niet is opgelost, resulteert dit meestal in huidproblemen zoals een stinkende, doffe vacht en jeuk.
Wat moeten fokkers ook nog weten?
- Weet u dat pups geen bepaalde hoeveelheid melk drinken of rekening houden met de kwaliteit van moedermelk, maar dat ze voldaan zijn als ze een bepaald aantal zuigbewegingen hebben gemaakt? Dit geldt ook als er te weinig melk uit de tepel kwam, of wel voldoende melk, maar (zoals dikwijls) melk met een te klein vet- en eiwittengehalte.
- Weet u dat een pup om 1 gram in gewicht te stijgen, 2,5 gram van de beste moedermelk moet kunnen drinken?
- Weet u dat een teef om 2,5 gram kwaliteitsmelk te maken, 6,25 gram natuurvoeding nodig heeft?
- Weet u dat verse lever in de juiste verhouding, zeer belangrijk is voor de kwaliteit van de moedermelk?
- Weet u dat een teef niet rechtstreeks melk kan maken van het extra voer dat u geeft?
- Weet u dat melk gemaakt wordt van lichaamseigen eiwitten?
- Weet u dat er daarom dikwijls genoeg melk is, maar dat de kwaliteit vaak te laag is?
- Weet u dat er onder meer daarom vaak veel verschil is in het geboortegewicht en de evolutie van de pups?
- Weet u dat domesticeren het gedrag en dikwijls ook het uiterlijk verandert van wilde dieren, zodat het huisdieren worden?
- Weet u dat domesticeren op enkele generaties of enkele tientallen jaren kan gebeuren?
- Weet u dat de evolutie, die bijvoorbeeld het verteringssysteem van gedomesticeerde of wilde dieren verandert, enkele miljoenen jaren nodig heeft?
- Weet u dat het verteringsysteem van onze honden en wolven daarom exact hetzelfde is?
- Weet u dat daarom melk van teven die natuurvoeding krijgen, drie maal meer voedingsstoffen bevat?
- Weet u dat natuurvoeding niet alleen betere, maar gemiddeld ook meer pups oplevert?
- Weet u dat wanneer een teef constant en alleen natuurvoeding krijgt, ze minsten één nest meer kan werpen zonder dat ze daarbij lichamelijk of geestelijk overbelast wordt?
- Weet u dat een teveel aan vitamine E onder andere voor leverproblemen kan zorgen?
- Weet u dat vitamine E het derde meest gebruikte bewaarmiddel is?
- Weet u dat er in verband met groeipijnen een relatie is met aanleg, bewaarmiddelen en geboortetijdstip?
- Weet u dat een gladde, vlakke bodem in de werpkist zeer nadelig is?
- Weet u dat een lamp boven de werpkist zeer nadelig kan zijn?
- Weet u dat een werpkist zo moet geconstrueerd zijn, dat wanneer pups 21 dagen oud zijn, ze de werpkist gemakkelijk kunnen verlaten en terug betreden (coprofagie)?
- Weet u dat NIET alles wat aangeboren is, ook erfelijk is, en dat niet alles wat erfelijk is, ook genetisch is?
- Weet u hoe belangrijk voeding is bij het verbeteren van het ras?
- Weet u dat verschillende fouten die ouders aan hun kinderen doorgeven, niet erfelijk of genetisch zijn, maar aan verborgen deficiënties in de voeding liggen?
- Weet u dat wanneer een zogende teef uit de voeding die ze krijgt te weinig calcium kan benutten voor de pups, ze haar eigen botten ontkalkt om calcium aan die pups te geven?
- Weet u dat ze andere voedingsstoffen of vitamines en mineralen, die ze zelf niet uit voer kan halen, ook niet aan haar pups kan doorgeven?
- Weet u dat juist daarom veel fouten als genetisch bestempeld worden, terwijl ze alleen maar erfelijk zijn?
- Weet u dat de meeste van die fouten dankzij natuurvoeding in één generatie weg te werken zijn?
- Weet u dat teven die na een nest zeer mager zijn en er slecht uitzien (in de volksmond zegt men 'ze geeft alles') heel dikwijls op voedingsvlak verkeerd zijn opgebouwd en/of voer krijgen waaruit ze niet alles kunnen benutten wat ze nodig hebben?
- Weet u dat die teven heel dikwijls op het laatste van de dracht veel meer voeding kregen?
- Weet u dat dit de kans op complicaties zeer sterk vergroot?
- Weet u dat een drachtige teef de meeste voeding moet krijgen op de 42e dag na de dekking?
- Weet u dat veel teven die gedekt zijn, maar niet drachtig blijken te zijn, toch opgenomen hadden, maar dat de foetussen afgestorven zijn zonder dat iemand het heeft gemerkt?
- Weet u dat ook de conditie van de reu en de voeding die hij krijgt, invloed hebben op uw pups?
- Weet u dat pups tot ze vier weken oud zijn alleen lactose (melk) kunnen verteren?
- Weet u dat het na het eerste contact met vast voedsel nog zeven dagen duurt om enzymen aan te maken die nodig zijn om dat soort vast voedsel te verteren?
- Weet u dat u daarom pups toch al op drie weken een zeer klein beetje DUCK Excellent kunt geven? Nog niet om bij te voeden, maar om ze de kans te geven enzymen aan te maken.
- Weet u dat u op die manier, net zoals in de natuur, van moedermelk rechtstreeks kunt overgaan op natuurvoeding zoals DUCK Excellent, zonder papjes of wat dan ook?- Weet u dat dit komt omdat de moeder, die hetzelfde voer krijgt als de pups, al hormonen, enzymen en bacteriën die nodig zijn om vast voedsel te verteren, met de moedermelk aan de pups gegeven heeft?
- Weet u dat zindelijk worden qua vaste ontlasting aangeboren gedrag is? => Instinct
- Weet u dat zindelijk worden qua urineren aangeleerd gedrag is? => Ervaring
- Weet u dat daarom de ondergrond waarop de pups liggen zo belangrijk is?
- Weet u dat vanaf de ouderdom van 21 dagen, de pups van het gedrag van de moeder beginnen te leren?
- Weet u dat bijvoorbeeld angst voor geluiden (schotvastheid) niet genetisch, maar wel erfelijk kan zijn?
- Weet u dat u met een beetje geluk in één generatie van het probleem kan verlost zijn?
- Weet u dat voeding niet alleen belangrijk is voor de vacht en de bouw van de hond, maar ook voor zijn gedrag?
- Weet u dat een gebrek aan bepaalde ervaringen tussen de derde en de vijfde week (inprenting) zich soms maar na vier à vijf maanden begint te manifesteren?
- Weet u dat onder meer daarom, als u pups wil testen op hun gedrag, dat moet gebeuren als de pups zeven weken oud zijn, en niet een paar dagen vroeger of later?
- Weet u dat om hetzelfde aantal nutritioneel omzetbare Kcal binnen te krijgen (in vergelijking met droogvoer tegenover natuurvoeding), een volwassen hond het dubbele aan gewicht moet meedragen?
- Weet u dat bij een pup het verschil nog veel groter is?
- Weet u dat dit zeer slecht is voor zijn hoekingen, poten en rug?
- Weet u dat invriezen de kwaliteit van vers vlees niet aantast?
- Weet u dat een beetje DUCK mengen met droogvoer u maar enkele van de vele voordelen oplevert die uw hond zou hebben als hij alleen maar natuurvoeding zou krijgen?
- Weet u dat ijzer heel belangrijk is voor het pigment?
- Weet u dat het best opneembare ijzer in vleesvocht zit?
- Weet u dat natuurvoeding niet geoptimaliseerd wordt, maar optimaal is?